Eenvoud van leven, een advies uit 1941, maar nog steeds actueel

Samen met vriend bracht ik een vakantie door in een Bed & Breakfast op de zolder van een oude boerderij. Beneden was een tweedehandsboeken-winkel. Als je in de B&B verbleef, mocht je ook buiten de openingstijden struinen tussen de boeken. Elke avond kwam vriend, een echte boekenwurm, naar boven met een nieuwe stapel. Soms had hij ook voor mij wat meegebracht, zoals Eenvoud van Leven, een dun boekje met 12 bladzijden.

Eenvoud van Leven


Eigenlijk is ‘Eenvoud van leven’ een vertaald hoofdstuk uit het boek ‘A testament of devotion’, van Thomas Kelly uit 1941. Ik vond het frappant hoe dicht dit boekje bij mijn eigen visie op een eenvoudiger leven staat. 

Een innerlijke oorzaak

Het boekje begint met een uiteenzetting over het drukke leven in de moderne stad, de talloze verplichtingen die we op ons nemen – dingen die moeten – en hoe we te weinig tijd hebben voor ‘stille inkeer’. Kelly betoogt dat we meestal de uiterlijke omstandigheden de schuld geven. Zelf heeft hij een jaar op Hawai doorgebracht, in een poging het drukke leven te ontvluchten, maar de vereenvoudiging van omgeving bracht helaas geen vereenvoudiging van leven mee. De gecompliceerdheid van ons probleem heeft geen uiterlijke maar een innerlijke oorzaak. De uiterlijke verdeeldheid van onze belangstelling weerspiegelt een innerlijk gebrek aan harmonie. We bestaan uit allerlei sub-persoonlijkheden, gerelateerd aan ouderschap, beroep, financiën of religie. Hierdoor raken we versnipperd, we zijn niet één geheel. Tegelijkertijd verlangen we wel naar innerlijke rust en stilte. 

Het echt willen

Het boekje geeft richting aan hoe we een leven van harmonie en eenvoud in veelheid kunnen leiden. De eerste voorwaarde is dat we het écht willen. In ieder van ons zit een goddelijke diepte, een oneindig middelpunt, een hart, een heilige fluistering. Alleen geven wij geen voorrang aan deze innerlijke stem. Misschien hebben we er wel eens naar geluisterd, maar de meesten van ons hebben zich er slechts zo nu en dan aan overgegeven. We zien het niet als het meest kostbare wat er is en hebben niet al het andere opgegeven om ons hierop te focussen. 

Als voorbeeld van iemand die dit wel consequent gedaan heeft, haalt Kelly de auteur John Woolman aan. Hij vereenvoudigde zijn leven door alles te toetsen aan de innerlijke bron. Hij gaf zijn werkelijke behoeften voorrang boven zijn zakelijk belang. Zo stuurde hij soms klanten naar anderen die minder welvarend waren.
Eenvoudiger leven was voor hem geen worsteling om overal afstand van te nemen. Door te leven vanuit het goddelijk middelpunt werd zijn leven vanzelf eenvoudiger; veel bezigheden verloren gewoon hun waarde. 


Soms noemt Kelly de innerlijke bron het heiligdom der zielen, soms noemt hij het God. Als boeddhist zou ik er een andere naam aan geven, maar wat hij bedoelt is helder, inspirerend en het overstijgt de woorden. 

Kelly zegt dat religie niet een nieuwe plicht is, naast alle andere, die het leven nog ingewikkelder maakt. Het leven met God is het uitgangspunt, van waaruit al het andere tot één geheel wordt. We geven ons over aan de beschermende nabijheid van innerlijk licht. 

Een belangrijk advies

Wil je werkelijk leven vanuit deze bron, dan heeft Kelly een belangrijk advies, waarbij hij zich verontschuldigt dat hij staat te praten als een evangelist van de oude stempel. Hij zegt dat hij dat niet kan helpen maar ook durft hij niet ‘stijf en conventioneel te worden – dat zijn we al veel te lang geweest’. Zijn advies is om de hele dag door, tijdens al onze bezigheden – zonder dat iemand dat hoeft te weten ­– kort gebeden te zeggen, zacht gefluisterde woorden van tedere liefde tot de Eeuwige in ons. We geven ons over aan de fluisteringen van liefde en tegenwoordigheid, die in ons hart opwellen en die kostbaarder zijn dan het leven zelf. 

Hiervoor is wel nodig dat we, ook al hebben we het druk, ons een half uur of uur per dag losmaken van onze dagelijkse bezigheden.
Maar als we zo leven, zullen – ook al hebben we een drukke dag – de subpersoonlijkheden niet meer onderling strijden, maar in harmonie zijn. 

Als boeddhist zou ik zeggen: we identificeren ons niet met alles wat in onze geest opkomt, gedachten en gevoelens, maar met de essentie van de geest, de ruimte van waaruit alles opkomt. 
Zo wordt ons leven rustig, bevrijd van spanning en eenvoudig. 

Heel bijzonder om zo’n oud boekje, maar toch zo actueel, te vinden. En dat voor 1 €…

Fijn als je dit deelt: