Interview over eenvoud, kunst en hooggevoeligheid
met fotografe Lia Meydam († 2018)

Lia Meydam maakt voornamelijk autonoom werk, maar ze maakt ook foto’s voor het tijdschrift Prana. Al 25 jaar geleden ontdekte ze dat ze hooggevoelig is. Dat inzicht vormde het begin van een zoektocht naar een andere inrichting van haar professionele en persoonlijke leven.

”Ik bouw nu veel meer rust in.”

Eenvoudig leven
Lia is mijn achterbuurvrouw. Ik vind haar een heel inspirerend voorbeeld van iemand die het leven vereenvoudigd heeft. Daarom heb ik haar geïnterviewd. De term eenvoud roept bij Lia zelf overigens tegenstrijdige gevoelens op.

“Mijn leven is niet altijd eenvoudig, en ook de maatschappij is buitengewoon complex. Daar heb je toch dagelijks mee te maken. Zelf zou ik wat ik probeer te doen eerder doelgericht leven willen noemen.

Maar eenvoud tegenover veelheid herken ik wel. Om geen zijpaden te bewandelen, maar te bedenken wat echt het belangrijkste is. Om keuzes te maken en naar de essentie te gaan.

Hooggevoeligheid is lastig
In veel boeken, maar ook op jouw blog, wordt de positieve kant van hooggevoeligheid benadrukt, maar ik vind het vaak lastig. Het is een hele kunst om in balans te blijven. Om niet teveel te doen, maar ook niet te weinig – dus dat je wel voldaan bent.

Veel situaties zijn lastig als je hooggevoelig bent. Plekken met teveel prikkels, zoals de metro, daar word ik heel moe van. Rust brengen in mijn leven is uit nood geboren. Ik slaap veel, ook overdag een uur, dat heb ik echt nodig.

Ik zou geen baan kunnen hebben. Het is een lang proces geweest om dat helemaal te accepteren. Jij biedt bijvoorbeeld een cursus van vier uur aan, dat zou voor mij te veel zijn. Ik kan niet op reis, ik kan niet op cursus.

Het is al weer 25 jaar geleden dat ik ontdekte dat ik hooggevoelig was. Ik was cursusleidster in een vormingscentrum, een internaat, in Bergen. Het werk was heel erg intensief, drie of vijf dagen continu bezig zijn met een groep.

Een interview over eenvoud, kunst en hooggevoeligheid
© Lia Meydam

Tussendoor had ik hier in Amsterdam pianoles, zangles, koor en rijles. Toen ben ik op een gegeven moment heel erg over de kop gegaan.

Een natuurgeneeskundige zei ooit eens tegen mij: je hebt een gevoelig zenuwstelsel, sympatisch en parasympatisch. Dat betekent dat je genoeg moet slapen, regelmatig eten, jezelf niet blootstellen aan teveel prikkels en genoeg rust nemen.

Vrijheid binnen de beperking
In zekere zin ben ik dus beperkt, het is niet allemaal vrije keus. Maar binnen die beperking probeer ik vrijheid te vinden. Het helpt me om te kijken wat voor mij echt bevredigend of belangrijk is, om een doel te hebben. Het duurt lang voor je daar achter bent. Ik zie ook heel veel mensen die dat helemaal niet weten.

Ik bouw nu veel meer rust in mijn leven in dan vroeger. Noodgedwongen, maar ook omdat ik nu weet dat het bij me past.

Op dit moment is een van mijn doelen om een grote expositie te maken, met als thema ‘van donker naar licht’ – dit is een soort levensweg.

Wegdoen is een sleutelwoord
Voor mij is het belangrijk en prettig om dingen af te bakenen en weg te doen. Een voorbeeld is m’n boekenkast. Ik kom weleens bij mensen die allemaal

boeken hebben die ik vroeger had, zoals ‘Mijn moeder en ik’, boeken uit de vrouwenbeweging. Dat vind ik nu niet meer interessant. Ik wil niet teveel vasthouden aan dingen die voorbij zijn. Dus toen spiritualiteit en kunst erin kwamen, gingen filosofie, psychologie en sociologie eruit.

Dat ik klein woon, is hierbij een enorm voordeel. En dat ik van opruimen houd, van ruimte maken.

Ik vind het prettig bepaalde dingen bewust af te stoten, zoals de krant. Ik lees liever een boek. Wat in de krant staat, vind ik ook niet allemaal even belangrijk om te lezen.

© Lia Meydam

Bijzondere tijd creëren
Omdat ik al heel lang in de WAO zit, kan ik zelf mijn dag indelen. Niet iedereen kan dat. Als je in loondienst bent, is het heel anders. Ooit heb ik eens op tv, bij Sonja Barend, iemand horen zeggen: ‘Ik componeer mooie dagen’. Dat wil ik ook. In mijn dag wil ik iets van lichaamsbeweging, van naar buiten gaan, naar binnen gaan, van geestelijk voedsel, aandacht besteden aan eten, koken, tv kijken (niet veel).

Dat is een lang proces, dat heb je niet een-twee-drie onder de knie, in mijn ervaring. Nu heb ik een vaste volgorde waarin ik dingen doe, maar niet heel strak. Eerst ontbijten, douchen, mediteren, een korte wandeling, werk achter de computer. Dan ga ik naar de Hortus, om te studeren.

Iemand zei een keer tegen mij: doe twee keer per dag iets wat echt voor jezelf is. Toen dacht ik: wat is dat eigenlijk, iets voor jezelf doen. Wat brengt me nou echt bij mezelf, is dat muziek of stilte, kunst kijken of iets spiritueels?

Tijd die echt voor jezelf is, is bijzondere tijd, het wordt ook wel heilige tijd genoemd. Voor mij is dat fotografie, studeren.

Meditatie is het moment in de ochtend waarop ik me afvraag: waar ben ik nu, wat is nu belangrijk. Meestal doe ik dat aan de hand van Osho Zen Tarot kaarten. Deze zijn niet gericht op eigenschappen, maar op het moment. Als ik de kaart “stress” trek denk ik: klopt dat? Moet ik gas terug nemen?

Aan het eind van de middag trek ik nog een kaart. Wat heb ik tot nog toe gedaan vandaag, wat wil ik vanavond doen. Zo stuur ik mezelf steeds bij.

De kunst van het weglaten
Mijn werk heeft met eenvoud te maken, met de kern, de essentie. Ik wilde altijd al vormgeven. Fotografie is een toevallig medium. Ik heb op een gegeven moment ontdekt dat het mij lag.

Het gaat vooral om de kunst van het weglaten. Daardoor win je aan kracht en helderheid. Maar het moet nog wel iets uitstralen, anders wordt het te kil. In het dagelijks leven doe ik dat ook: steeds meer weglaten. Anders ben ik met dingen bezig, die eigenlijk niet belangrijk zijn. Ik ken mensen die zitten op hun computer en die gaan van het een naar het ander. Na acht uur zijn ze nog steeds aan het zoeken. Dat zou ik niet doen, ik probeer om me niet te laten afleiden.

Je kunt alles vinden, als je maar goed genoeg kijkt
Ik heb een keer een expositie gehad van 75 werken. Bijna alle foto’s had ik binnen een straal van drie kilometer genomen: een slootje hier of een boom daar.

Een belangrijk voordeel van hooggevoeligheid is dat  je een grotere opmerkingsgave hebt. Een vriendin van me zei: nu moet ik alweer die weg naar school. Ik zei toen: ik heb al 1000 keer dezelfde wandeling gemaakt en het verveelt me nooit. Ik zie elke keer weer andere dingen. Door langzaam en steeds op een andere manier te kijken.

In de Hortus wandel ik ook elke dag, dat heb ik ook al duizenden keren gedaan. De ene keer heb ik aandacht voor de knoppen van de bloemen, dan voor de kleur, of voor de vorm, of voor het thema van Prana. Op die manier zie je steeds iets anders.

Ik werk het liefst met een klein cameraatje, geen statief, geen losse lens, zo eenvoudig mogelijk. Ik weet dat er bij fotografie wel 30 factoren een rol spelen, maar de belangrijkste zijn kijken en een verbinding maken met het onderwerp. Ook als ik fotografie-les geef, leg ik daar de nadruk op.

Tot de kern komen
© Lia Meydam

Tot de kern komen
Onderweg gebeuren er veel dingen toevallig. Dat geeft mij altijd een heel prettig gevoel. Dit wordt wel eens in-de-flow-zijn genoemd, of synchroniciteit. Voor mij is het een van de signalen dat er meer is, een geesteswereld.

Maar dit kan alleen als je er aandacht voor hebt, als je er open voor staat. Als ik zulke dagen heb (wat natuurlijk niet altijd zo is) dan heb ik het gevoel dat het klopt, dat het goed is wat er gebeurt. En daar gaat het uiteindelijk om.

Ik ben geen doener. Ik hoef niet veel te ondernemen. Ik heb behoefte aan helderheid en een soort ordelijkheid. Een rustig leven. Dan kunnen dingen een plek krijgen. Dan kom ik tot de kern van wat voor mij belangrijk is.”

Lees ook: Hooggevoeligheid als kwaliteit

Fijn als je dit deelt:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *